'Gods own country' - Reisverslag uit Kollam, India van Jasmijn en Sjoerd - WaarBenJij.nu 'Gods own country' - Reisverslag uit Kollam, India van Jasmijn en Sjoerd - WaarBenJij.nu

'Gods own country'

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg Jasmijn en Sjoerd

06 April 2009 | India, Kollam

Er is zoveel gebeurd.

Wij gingen weg uit Chennai. Maar waarom? Volgens Sjoerd was het gewoon eens tijd om te gaan, er was nog zoveel te zien in India, zoveel te beleven, te doen. Volgens Jasmijn was er waarschijnlijk geen goed moment om te vertrekken, de kinderen aan hun lot over te laten, ze los te laten en niet meer kunnen helpen, meedenken, assisteren richting hun onzekere toekomst. Maar als er geen goed moment zou komen konden wij ook net zo goed nu gaan. Zo gingen wij..
Maar eerst nog…wat een afscheid op zondag 22 maart. Gedrieën zaten wij; oom Toon, Jasmijn en Sjoerd op de troon voor alle kinderen en medewerkers. Wij werden bedankt met dans, zang, ontelbare knuffels, toespraakjes(zelfs in het Nederlands), tekeningen, hele mooie brieven, kettingen, oorbellen, ringen en prularia van allerlei soort. Wat een aandacht.
Toon vloog diezelfde avond terug richting Amsterdam en wij zouden maandag op de motor richting het zuidoosten van India vertrekken, richting Kollam, Kerala, ‘Gods own country’. Maar voordat wij de kamer hadden opgeruimd, alles hadden gesorteerd, de giften naar huis hadden gestuurd, het hoofdstuk Indiase bureaucratie hadden afgesloten (Sjoerd moest de motor op zijn naam hebben staan om te kunnen reizen), de laatste klussen hadden overgedragen, was het woensdagmiddag… en toen gingen wij pas echt.

[Intermezzo Indiase bureaucratie: wij zijn twee dagen op het bureau van de Regional Transport Organisation geweest, een echte beleving. Binnen dit kantoor van tien bij tien meter lagen vooral enorme stapels samengebonden papier tussen de kleine bureautjes die door hardwerkende ambtenaren bemand werden (Ik kan me niet voorstellen dat zij het overzicht zelf hadden). Na enkele keren gehoord te hebben dat wij echt niet die stempel en krabbel konden krijgen als buitenlanders, telkens werden wij van het kastje naar de muur gestuurd, kwamen wij die eerste avond aan bij de grote baas (White skin helps I guess). Om onze lijden te vergroten presteerde hij het om alle aanwezige medewerkers bijeen te trommelen om deze casus eens grondig uit te diepen. Er werden boeken bijgehaald en de kleine letters werden gelezen. En toen kwam het aan op interpretatie, de onze tegen de zijne, en wij verloren natuurlijk. Dit betekende dat wij de volgende ochtend naar het hoger gerechtshof moesten om een eed af te leggen waarin verklaard werd dat wij op 6, Sarvapallistreet, Krishnamoorthy nagar, Chennai woonachtig waren. Hier werden wij weer eens hard opgelicht door een vieze, vatzige Notary Public, buitenlanders moeten nu eenmaal tienmaal zoveel betalen. Toen terug naar de RTO office en na enkele uren jezelf opdringerig tussen rijen duwen en zenuwachtig heen en weer lopen kregen wij een voorkeursbehandeling; de stempel en handtekening was nu binnen enkele uren binnen. Hierna liepen wij rustig naar buiten en sprongen een gat in de lucht. Niemand omgekocht? Nee. Onze eerste poging die wij enkele weken eerder deden, via een ‘middleman’, liep op niets uit. Hij zei ons ook dat omkopen steeds lastiger werd, alles ging steeds meer via de regeltjes. Ja, en toen stonden we zelf in dit overvolle gebouw. Bij wie moeten we nu wat tussen ons paspoort steken, bij wie niet? Echt geen idee, en te link om zomaar even uit te proberen dachten wij.]

Moe, heel moe, maar voldaan, reden wij woensdagmiddag 25 maart de hectische stad uit. Een stad vol met teveel mensen, uitlaatgassen, herrie en drukte. Een stad zonder opsmuk, zonder serieus toerisme, gewoon India.
Wij reden de velden in met schone lucht en ruimte. Het was tijd om even heel diep te ademen, te rusten en om terug te blikken. Wat hebben wij hier allemaal met verbazing waargenomen en aangehoord, zaken waar wij nog geen weet van hadden:

Van bier drinken krijg je spierballen
Van erg schrikken kan je koorts krijgen
Van slaan kan je koorts krijgen
Je mag geen fruit eten als je ziek bent
Van gekoelde dranken word je verkouden
Als je ziek bent moet je droog brood eten en koffie drinken of natte rijst
Weduwen brengen ongeluk
Het is onbeleefd om niet te claxonneren in het verkeer
Alles wat achter je gebeurd in het verkeer is onbelangrijk dus spiegels zijn niet nodig
Je bent verantwoordelijk rekening te houden met alles wat voor je gebeurd in het verkeer.
In augustus mogen net getrouwde stellen niet samenwonen omdat ze geen seks mogen hebben
Hoe meer tabletjes je slikt hoe beter het is voor je gezondheid
Wie het hoogst in de hiërarchie staat heeft altijd gelijk
Van roken krijg je buikpijn
Als je geld nodig hebt moet je mannen bevredigen op het busstation
Rokende vrouwen mag je aanranden
Blanke vrouwen trouwens ook want die roken allemaal
Met slaan disciplineer je het beste
Travestieten moet je geld geven anders vervloeken ze je
Bij de eerste ongesteldheid mag je een meisje vijftien dagen niet aanraken of aankijken, alleen de moeder mag in het kamertje komen waar ze opgesloten zit
Als je verliefd bent ben je mentally ill
Dieren moet je vooral zo veel mogelijk pijn doen
Leren moet je doen door te stampen; overschrijven of opdreunen
Als je ziek bent hoef je niet te wassen
Je mag geen nee zeggen tegen kleine kinderen

De eerste avond kwamen wij aan in Kanchipuram. Een provinciaal stadje met bekende tempels en ‘silk sarees’(zijden doeken die om het vrouwelijke lichaam worden gewikkeld dienend als traditioneel kledingstuk die overal gedragen worden. Op de tweede plek staat de churida, een meer modern kledingstuk dat meer bewegingsvrijheid geeft. Het bestaat uit een losse broek, jurk en sjaal die borsten en billen bedekt voor behoeftige blikken van mannen. Jasmijn draagt vrijwel altijd een churida). Onze ervaring leert ons alleen dat de meeste stadjes om tempels en ‘silk sarees’ bekend staan als je het aan de locals vraagt, en van beiden hebben wij onderhand onze buik vol. Zo gingen wij maar op bezoek bij een (ex)collega, op bezoek in het huis van zijn ‘joined family’. Normaal trekt de vrouw bij de familie van de man in maar gezien het feit dat de ouders van Gawrappan, een ex-Anbu Illam en straatkind, geen ouders meer had waren de ouders van de vrouw deel van de ‘joined family’ geworden. Zo leven hele families op enkele vierkante meters, gezellig dicht bij elkaar, totaal geen privacy, een begrip dat in India sowieso onbekend lijkt te zijn.
Wij werden gastvrij ontvangen, ons favoriete maal werd voorgeschoteld; noodles met ketchup, wat een feest. Lekker knokken en stoeien met zijn zonen, en veel lange stiltes vanwege de taalbarrière. Maar ook vroeg naar bed; wat waren wij moe.
De volgende ochtend brachten wij in de rol van hoogwaardigheid bekleders een bezoek aan de plaatselijke school en trokken daarna verder richting het zuiden. Slechts een paar kilometer op weg gingen wij voor het eerst sleutelen aan de motor. Met het boek ‘Zen and the art of motorcycle maintenance’ van Robert Pirsig in het achterhoofd wordt klussen aan de motor een religieuze ervaring (leuk om te vermelden is dat Jasmijn Sjoerd dit boek ruim vijf jaar geleden kado heeft gegeven voor het behalen van Sjoerd’s buitenport diploma; een vooruitziende blik). Het is een moment, mits er voldoende tijd voor wordt genomen/voldoende tijd voorradig is, en als de schaduw opgezocht wordt, om te genieten. Wij gingen de brandstofkraan vervangen. We moesten de brandstoftank kunnen afsluiten met een slot om ervoor te zorgen dat wij met een gerust hart de motor met volle tank ‘s nachts buiten konden laten staan. Brandstof is een gewild goedje, en vanwege de balans op de motor zijn wij genoodzaakt om de tank telkens vol te gooien, anders rijden we bijna met het voorwiel in de lucht.
Het analytische vermogen van Jasmijn en de handigheid van Sjoerd zijn in deze omstandigheden een uitstekende combinatie. De horden Indiërs die een helpende had willen toesteken vormen soms een fysiek obstakel maar als de grenzen goed bewaakt worden zijn ze ook erg behulpzaam en toveren overal benodigde hulpmiddelen vandaan, in dat opzicht wederom een zeer rijk land. Binnen mum van tijd was het karwijtje gefikst en vlogen wij naar Villupuram. Hier was verdomd weinig te beleven, zo weinig dat mijn herinneringen slechts vijf minuten internet (net voor de powercut), een dikke onderlinge ruzie en een hapje/sapje kunnen terughalen.
Dan Perambulur. Eindelijk geen tempels, geen toerisme. Gewoon leuke Indiase levendigheid in een stadje. We waren hier voor een vestiging van Hosanna, de organisatie die oom Toon en Sjoerd een week eerder ook hadden bezocht. Wij hadden de eer de eerste westerse gasten te zijn op dit meidenproject. Dat hebben we geweten. Wederom grote hartelijkheid, bloemenkransen, liederen, dansjes en lekkere hapjes. Het project, dat bedoeld is om scholing te bieden aan zigeuner- en plattelandsmeisjes, was zo goed georganiseerd, ordelijk en netjes dat wij de vier zusters ervan verdachten er af een toe flink de zweep overheen te halen (pure achterdocht natuurlijk), ook al waren dit zulke lieve zustertjes (ja, die kennen we..).
[Oproep: Ze waren ook hier opzoek naar vrijwilligsters/stagiaires/onderzoeksters () die hier voor een bepaalde tijd willen verblijven].

Een dag later naar Thanjavur waar we weer met onze neus in de boter vielen. In plaats van tempels gingen wij ter afwisseling op zoek naar paleizen, waar natuurlijk net de laatste dag van een festival aan de gang was. Overdag bezochten wij het museum; veel beelden (met ongelofelijk grote stevige borsten; dat moet Parvati zijn geweest) een skelet van dertig meter (walrus; wat doe die in een paleis?!) en een mooi uitzicht over het stadje, en lagen wij urenlang te dutten tijdens het heetste moment van de dag. ‘s Avonds bezochten wij een show met minstens tweehonderd artiesten op het podium; een culturele ontmoeting tussen Punjab (noordelijke staat) en de thuisbasis Thanjavur, Tamil Nadu. Het was een vlammend energiek optreden van dans, muziek en vooral veel kleurige kostuums. Het optreden deed een oproep aan ons om richting het noorden te komen, vooral omdat de artiesten uit het noorden zeer extrovert waren, ze glimlachten het gehele optreden en stonden te stralen; in tegenstelling tot de meer beheerste zuiderlingen.

In Madurai moesten wij zakelijk zijn, maar eigenlijk wilden wij niet de grote stad in : internetten, spulletjes voor de motor, wederom een pakket richting Nederland met de Indiase post (zal dat goed gaan?), en toch snel even de grote tempel bezoeken, en ja die was groot, kleurrijk. We werden niet overweldigd, we waren eerder verbaast. Verbaast over de rijkdom, over hoe veel mensen kunnen investeren in dergelijke religieuze bouwwerken, wij liepen maar weer snel verder.

Toen eindelijk richting Kerala, richting het beloofde land, of hoe ze het zelf graag zeggen: ‘God’s own country’. Daar kom je natuurlijk niet zomaar. De eerste weg die wij op de kaart hadden uitgezocht bleek sowieso niet te bestaan en de tweede was opgebroken; met risico voor eigen leven reed Sjoerd met volle bepakking een stuk over een steil wandelpaadje langs een helling, Jasmijn rende achter de motor en duwde. Maar wat een beloning hierna: in de koele tropen wouden reden wij over een stille weg, er was geen verkeer meer te bekennen, waar wij rustig Kerala binnen gleden. Deze dag hadden wij het landschap zien veranderen van een droog vlak landschap met lage begroeiing, temperaturen lagen tussen de 35 en 40 graden Celcius. Dit landschap strekte zich vanaf de ‘western Ghats’ uit tot de ‘Bay of Bengal’. Wij zagen dit landschap veranderen in een tropisch vochtig berglandschap waar temperaturen ons nog voor de uiterste houdbaarheidsdatum hielden, hier konden wij de zinderende hitte van de laatste dagen verwerken.
Kollam haalde wij niet op die avond toen wij al ruim driehonderd kilometer op de teller hadden staan, wat op het Indiase platteland in een eerste week reizen een serieuze prestatie is. De gewrichten, spieren en ingewanden moeten nog wennen aan de lange zit op het zadel. De vele kuilen en onaangekondigde drempels hakken er hard in en zijn een aanslag op ons welzijn. Jasmijn die voornamelijk (rijles?) achterop zit krijgt het meeste voor de kiezen en haar vergaat het lachen regelmatig. Volgens sommige tellingen, over de echtheid hiervan wordt gespeculeerd, heeft Sjoerd nog 171 massages te gaan.
Na een lange zoektocht in de schemer vonden wij in Punalur een hotel, voor de schappelijke prijs van vijf euro per nacht, waar de kippetjes voor de hoofdingang werden gebraden. ‘Chicken al akbar’ stond vanavond op het menu, met een heus schaaltje mayonaise, naast een vaste keuze: naan(gebakken deegflappen) met knoflook. Rusten was wederom heerlijk, hier konden we sowieso geen genoeg van krijgen. Wij besloten ons daarom even enkele dagen op te sluiten in een Ashram op een eilandje tussen de westelijke kustlijn en de ‘Backwaters’, de Ashram van Amma uit Amrithapuram. Voor velen bekend als de ‘knuffelmoeder’ die jaarlijks haar ontvangst heeft in de Brabanthallen van ’s Hertogenbosch. Ze is er allen niet, ach god, maar dat is ook wel lekker rustig zo.

Snel meer nieuws…..


  • 12 April 2009 - 21:31

    Jasper:

    Mooie verhalen weer...Geniet er van!

    liefs Jasper

  • 13 April 2009 - 08:19

    Lotte:

    Een goed moment om te vertrekken zal er inderdaad nooit komen, maar jullie gaan nog een ontzettend mooie reis tegemoet. Wat een avontuur!

    Geniettttten hea! Tot gauw spreeks.

    Liefs

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: India, Kollam

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

17 Juli 2009

Thuis

07 Juli 2009

Terugtrekken!!

01 Juni 2009

La DAKh van de wereld

25 Mei 2009

Buiten bereik

09 Mei 2009

Reis in beeld
Jasmijn en Sjoerd

Fotosite: http://picasaweb.google.com/jasmijnbackx

Actief sinds 25 Mei 2008
Verslag gelezen: 190
Totaal aantal bezoekers 32996

Voorgaande reizen:

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: